Get Adobe Flash player

De Watergeefploeg van het Boelenspark staat versteld van de grote hoeveelheden verse bloemen 

die elke dag bij het Mariabeeld worden geplaatst

29 juni 1988 Dirk Jonk (Vijand), die aanvankelijk helemaal niet het nut zag van een extra Mariabeeld in het Boelenspark en de initiatiefnemers heel wat heeft geplaagd, heeft zijn mening volledig moeten herzien. Elke dag opnieuw ziet hij tot zijn grote verbazing vele bossen bloemen met vaas – en – al, die hier worden neergezet.Ook het park rondom het beeld is sinds enige tijd rijkelijk opgefleurd met bloembedden en rozen. 

Vanaf de rij zitbankjes die hier zijn geplaatst heeft men een schitterend uitzicht waarbij de hele entourage eraan meewerkt om zowel geestelijk als lichamelijk tot rust te komen

Links Bep Peeters en rechts Hille Kok – Kraakman, die samen met Dirk Vijand een waakzaam oogje op het beeld houden en de verse plantjes geven. 60 emmers per dag schept Dirk uit de sloot om uit te gieten  over de bloembedden, die er dan ook bijzonder fris bij staan in deze regenloze tijd. Ook Bep en Hille verzorgen de bloemen. 

Volgende week worden er ook nog 3 schijnwerpers geplaatst, die tegelijk met de straatverlichting aan – en –uit zullen gaan. Heel opmerkelijk is, dat er ook af en toe bezoekers van buiten ons dorp naar dit Mariabeeld komen. In de omtrek werd al een paar keer naar de weg gevraagd. 

Wellicht heeft dat iets te maken met correspondentie die gevoerd wordt met Hille Kok. Precies een jaar geleden publiceerden we haar wonderlijke belevenissen en visioenen in deze krant. Hille heeft daarvan inmiddels honderden kopieën van moeten verzenden naar aanvragers in heel het land. 

Inmiddels krijgt zij nog steeds allerlei vrome gedichtjes ,,ingefluisterd”die zij vanuit een soort innerlijke drang dan onmiddellijk op schrijft. En dat terwijl zij van zichzelf helemaal geen dichteres is of gevoel heeft voor taal. Er is inmiddels zelfs een gestencild gedichtenbundeltje van gemaakt, waaruit we hier en daar wat zinnen en regels oppikken:

 

Een zender van hier boven

Is zachtjes over mij gekomen. 

Stil luister ik naar uw woorden,

Het lijken voor mij akkoorden.

Leven zonder vreugden Is als

een duisternis om alle deuren.   

Mooie tuinen om ons heen. 

Maar ons hart nog steeds van steen?

Stil verdriet heeft Hij dan weer.

 Dan kijkt Hij stil op ons neer.

Nooit wordt Hij gewaardeerd,

ALLES zien ze zo verkeerd.

Dat is het verdriet dat mij zo verteert. 

  

Er is ook verdriet daar in ons midden. 

Maria voelt het bij zich van binnen. 

,,Kinderen kom toch óók bij mij! 

Ik geeft je troost en maak je blij!”   

Zó is toch immers een moederhart! 

Zij wil troosten in de smart.   

Uw wegen Heer, ze zijn soms zwaar. 

Maar alles wat ik tegen kom is waar. 

De weg van Jezus is smal en vol verdriet. 

Maar de vreugde, liefde én het geluk 

Kunnen de doorns wel verdragen, en dat lukt! 


  Heel veel mensen zijn ook heel goed. 

Dat weet Jezus zelf heel goed. 

Steeds zal in hen zijn liefde zegevieren. 

Dat voel ik steeds diep in mezelf als een 

Kracht die mij overweldigt.   


Heer hoor toch! Zij roepen U aan. 

Sommigen, die kunnen het leven niet meer aan. 

Heer, maak van ons weer gelukkige mensen. 

Open onze ogen, zeg ons: 

waar moeten we heen?   


Voor velen is het een warboel hier op aarde 

Het is niet veel meer wat de mens nog bewaarde.

 Alleen geld en macht, dat is nog hun streven. 

Ze beseffen niet dat dit maar is voor éven.   


Hun harten, ze lijken wel gesloten. 

Macht op aarde,  dat is alles wat zij vergaarden. 

Hun hart, hun ziel, zichzélf, vergaten zij!   


Niets ontzien zij in hun leven. 

Er is zelfs geen liefde meer om aan U te geven. 

De Meesten zijn daardoor zó gedreven, 

Dat zij vergeten het échte leven!


   


Zovelen gaan er steeds verloren, 

Omdat liefde nooit hun hart heeft bewogen. 

O, wat zijn ze eenzaam, wat zijn ze triest. 

Zonder liefde is de ziel die Jezus verliest.  


 ,,Niets zal ik jou ontzien. 

Verdriet en vreugde maak je mee.

Daar verdien je de hemel mee!”   


Simpele woorden schenk ik jou.

 Breng de mensen daarmee tot berouw. 

Breng ze terug naar het Huis van God! 

Verder zal IK voor ze zorgen. 

Tot dan houdt Hij zijn liefde verborgen.   


Reine zielen wil de Heer, 

Voor Zijn werk hier op aarde. 

Iedere mens heeft zijn eigen waarde, 

Waarvoor God Zijn liefde voor eeuwig bewaarde.   


Mooi met woorden en lelijk in gedachten, 

Dat is niet wat God van ons verwachtte. 

Hij wil van ons een rein en eerlijk wezen. 

En dat we God óók een beetje vrezen.  

 

Véél in deze wereld doet MIJ pijn. 

Van de mensen in het duister. 

Hun zielen doen me pijn. 

Ze kruipen in Satan’s handen, 

Waar ze voor eeuwig zullen branden.  

 

Maar mensen die MIJ nog steeds beminnen, 

Die haal IK met glorie binnen In mijn Rijk, 

van liefde en van vreugde 

Jullie zijn mijn goede vruchten, 


Die ik dan met zóveel liefde zal plukken. 

   

Mijn paradijs, dat is bestemd 

 Voor de zielen, van de mensen 

Die Mijn Liefde nog steeds wensen.  

 

Red toch je zielen! Ik kom er gauw aan! 

De tijd is nog zo kort. Hoor mij toch aan! 

Kom, kinderen van de duisternis. 

Jullie zijn het, die je vergissen! 

Je kunt nu nog over je eigen lot beslissen. 

Anders ben je de liefde van God volledig kwijt 

Door al die aardse ijdelheid.   


Keer terug en heb toch spijt 

Van je zonden en je ijdelheid. 

Dan is er Gods Liefde die je bevrijdt.   


Over het park: 


Stille wegen, kleine paden, 

Mooie gedachten krijg je daar. 

Stil in gedachten met de Heer, 

Loop je steeds maar op – en – neer. 

Vlinders vliegen om je heen. 

Van daar – boven komt het ; daar wil je heen.   


Tranen huil ik nu voor U. 

Niet van verdriet, maar van liefde nu! 

Dan is er die stille verbondenheid, 

Die mijn hart en ziel verblijdt.   


Nevelen drijven door onze gedachten. 

Wat kunnen we nog van de toekomst verwachten?     

We vergaten steeds één gedachte: 

Dat God steeds op ons zal blijven wachten.   


Wat heeft men met Mijn schepping gedaan?

 Alles wordt verpletterd en vernield. 

Het zijn de bózen, die dit bezielt. 

De wouden en het groen: 

Alles kappen ze voor de poen.



  

 Pijn en zorgen hebt U van deze aarde, 

Die U als een geschenk voor ons bewaarde. 

Maar, zijn de mensen nu zó dom? 

Ze geven er niet veel om! 

Ieder zorgt voor zijn eigen lusten, 

En plukken daarna de trieste vruchten. 

Dat is, waarvan U zo gaat zuchten.   


Veel verdoolde kinderen zijn er op de aarde. 

Zij vergaten hier de echte waarde. 

Van hun zielen; en de Heer. 

O, Jezus U verliest er steeds meer.  


 Hoor ze drinken en ook zingen! 

Het zijn hun zielen die ze verdrinken, 

In de duisternis der wellust! 

Geestelijk zijn hun zielen uitgeblust.   


Ze zijn verstrikt in al hun zorgen. 

Steeds weer denken zij aan morgen. 

U wilt het voor hen dragen. 

Maar hun harten zijn nog op déze aarde.  


 Goede mensen, kijk toch goed! 

Zie wat Jezus voor jullie doet. 

Open je ogen en kijk toch rond. 

Het is de EEUWIGHEID, die daar komt! 

Naar menu

International